Ingrid (58)

Verzorgende IG
Ingrid (58) is in maart 2022 afgestudeerd als Lefgozer bij Van Neynsel. Wij zijn heel benieuwd hoe zij de switch naar de zorg heeft ervaren.
Ingrid (58) is in maart 2022 afgestudeerd als Lefgozer bij Van Neynsel. Wij zijn heel benieuwd hoe zij de switch naar de zorg heeft ervaren.

Wat deed je voordat je Lefgozer werd?

Toen ik jong was, wilde ik eigenlijk de zorg al in. Ik had echter een strenge vader. Ik mocht niet gaan studeren, ik moest maar gaan werken. Ik ben toen de Retail ingerold en daar eigenlijk nooit meer weggegaan. De zorg bleef altijd wel in mijn achterhoofd, maar inmiddels was ik getrouwd en hadden we kinderen. Ik dacht: "Dat komt er niet meer van.”


Totdat ik eind 2019 weg moest bij de winkel waar ik werkte. Het ging slecht met het bedrijf en er moesten mensen uit. Voor mij is dat dus eigenlijk mijn geluk geweest. Ik ben achter de computer gesprongen en kwam het Lefgozer traject tegen. Ik wist meteen; dít is iets voor mij! Ik had het geluk dat ik al een paar maanden voordat de opleiding begon, mocht beginnen met werken. Zo had ik ruim de tijd de bewoners te leren kennen en te wennen aan het werken in de zorg en het onregelmatig werken. 

Denk je dat je de stap ook had durven zetten als je baan niet ophield?

Dat weet ik niet. Misschien wel niet. Als je ergens zit en dingen lopen, dan is het lastig om dat los te laten. Nu heb ik er spijt van dat ik niet 10 jaar eerder de overstap gemaakt hebt. Ik heb de kans bij Lefgozer dan ook met 2 handen aangepakt. 

Wat kende je al van de ouderenzorg?

Ik kende nog niet veel van de zorg. Ik was vroeger wel eens met mijn moeder mee geweest. Zij werkte als vrijwilliger in een verzorgingstehuis. Dat vond ik erg leuk om te doen. Verder is het gewoon vooral een gevoel. Ik voelde dat ik daar op mijn plek zou zitten. Mijn gevoel klopte!

Hoe vond je het om weer te gaan studeren?

Daar zag ik eerlijk gezegd wel tegenop. Ik was gewend om uit boeken te leren en nu staat alle leerstof online. Dat was echt even zoeken en uitvinden wat voor mij werkt. De docent zei ook altijd: “De eerste 100 dagen zijn pittig, als je die voorbij bent, gaat het je zeker lukken”. En dat was ook zo! Ik kreeg ook goede begeleiding vanuit mijn team en vanuit de carrièrecoach van Lefgozer. 

En wat vonden ze thuis van je stap?

Ze hebben thuis wel even moeten wennen. Vooral mijn man. Ik had meer tijd voor mezelf nodig, ging onregelmatig werken. Het was even zoeken hoe dat in ons privéleven paste. Het is ook best wat; studeren, werken en thuis. Maar het is absoluut niet onmogelijk.

 

Naast dat mijn man heeft moeten wennen, was hij vooral heel trots op me. Dat ik op deze leeftijd nog aan een opleiding ging beginnen, daar had en heeft hij veel respect voor. 

Wat is er zo leuk aan werken in de zorg?

Er is eigenlijk niets wat ik níet leuk vind aan werken in de zorg! Er gebeuren natuurlijk wel eens dingen die niet leuk zijn, maar daar probeer ik dan de mooie kanten van te zien. Als iemand op sterven ligt bijvoorbeeld. Dat is ontzettend verdrietig, maar ik ben ook blij dat ik er kan zijn om de laatste fase zo mooi mogelijk te maken. Het leukste vind ik dat je écht van betekenis kan zijn. Zowel voor de bewoner als voor de familie. Dat geeft zoveel voldoening. Ik ga nooit met tegenzin naar m’n werk. Ik ben daar echt als een vis in het water! 

En hoe zit het met de werkdruk?

Ja, dat de werkdruk hoog kan zijn in de zorg is natuurlijk geen geheim. Ik zit in een heel fijn team en we proberen het met elkaar zo goed mogelijk te doen. Onze bewoners zijn onze prioriteit. Soms blijf ik na mijn dienst nog even wat langer hangen. Mijn man zegt dan: “Je collega’s kunnen het dat ook doen”. Dat weet ik natuurlijk wel, maar ik vind het fijn om te doen. Mijn hart ligt gewoon daar!